Voor een regio, zoals Flevoland, waar partijen elkaar niet altijd even goed kenden, was samenwerking in een regionale taskforce -om de wachttijden in de ggz terug te dringen- niet zo vanzelfsprekend. Na twee bijeenkomsten is de onderlinge verbinding gemaakt, zijn de knelpunten geanalyseerd én zijn de eerste stappen gezet op weg naar een nieuwe aanpak van de wachttijden. Daarmee is Flevoland een voorbeeld voor andere regio’s: de bereidheid om samen te werken opent nieuwe deuren. Drie deelnemers aan de regionale taskforce delen graag hun ervaringen.
“Het loopt hier in Flevoland al dertig jaar niet als het gaat om de ggz,” zegt huisarts Koch. “Dat we nu eindelijk eens bij elkaar hebben gezeten, is de winst van deze bijeenkomsten. Dat is nog nooit gebeurd. Iedereen heeft te maken met dezelfde problematiek, maar tot nu toe loste men het op zijn eigen manier op. De één is daarnaast boos op de ander. Wij als huisartsen bijvoorbeeld op de tweede lijn, omdat die steeds cliënten, die eerst vaak lang moeten wachten op een intake, terugstuurt en er lange wachttijden zijn.”
Knoppen om
“Er waren wel onderlinge contacten in deze regio, maar die hadden meestal een bilateraal karakter. Een collectieve samenstelling zoals nu in de regionale taskforce, heb ik nog niet eerder in deze polder meegemaakt. Nu zitten zowel de zorgverzekeraars, gemeenten, ggz-aanbieders, ervaringsdeskundigen en huisartsen bij elkaar,” zegt Frits Liefferink, directeur bedrijfsvoering GGZ Centraal, de grootste instelling in de regio. Voorheen had hij weinig contact met andere ggz-aanbieders, alleen bij specifieke casussen.
Het instellen van een regionale taskforce, één van de kernpunten van het landelijke Actieplan Wachttijden GGZ, kwam dan ook als geroepen. Huisarts Koch: “Ik dacht meteen, dat lijkt me wel wat. Er is een delta werkplan nodig voor de regio. De knoppen moeten om. We lopen nu vast, vooral door het tekort aan menskracht.” Ook Liefferink zei direct ‘ja’ toen hij benaderd werd door KPMG, die de eerste bijeenkomsten heeft geleid. Michiel Bosman, directeur van ambulante ggz-instelling Dokter Bosman, was zo enthousiast dat hij zijn locatie in Lelystad beschikbaar stelde voor de eerste bijeenkomst.
Constructief
De eerste bijeenkomst stond vooral in het teken van kennismaking. Er bleken over en weer ook nog wat ‘stekeligheden’ te zijn. “De sfeer was in het begin best stroef en gespannen,” zegt Guy Smit, beleidsadviseur bij de gemeente Almere. “Er werden scherpe opmerkingen over en weer gemaakt en er kwam wat oud zeer op tafel, dat gaf mij een wat ongemakkelijk gevoel.” Liefferink van GGZ Centraal herkent dat: “De beeldvorming van elkaar bleek hardnekkig. Zoals dat er altijd lange wachttijden zijn, dat we slecht bereikbaar zijn, dat de crisisdienst niet goed functioneert of dat een cliënt te snel terugverwezen wordt. Maar dat gaat vaak om enkele casussen.” Huisarts Koch had minder last van een gespannen sfeer. “Het viel best mee, we hebben best constructief gehandeld.”
Gezamenlijk is het toen gelukt om – na een lange discussie – een knelpuntenanalyse te maken met drie hoofdpunten. Er is onvoldoende capaciteit in de regio; er is een onvoldoende gezamenlijke aanpak voor systeemproblematiek (keten) en er is een onvoldoende gezamenlijke aanpak en afstemming (tussen aanbieders).
Oplossingen
Daarna is in de tweede bijeenkomst de stap gezet naar het bedenken van oplossingen. Smit van de gemeente Almere: “Toen was de sfeer een stuk beter. Dat kwam ook omdat bepaalde mensen de hand in eigen boezem staken en positiever aan tafel zaten. Door die uitgestoken hand verbeterde de sfeer en kwamen we al pratend tot positieve oplossingen.” Die worden nu uitgewerkt in subgroepen en dat leidt tot de eerste voorzichtige stappen naar een nieuwe samenwerking.
Zo heeft GGZ Centraal op 30 oktober een afspraak staan met andere ggz-aanbieders. Liefferink: “Voor onder andere persoonlijkheidsstoornissen zijn er nu heel lange wachttijden. Dan gaat het soms om zware problematiek, waarbij je in een crisis direct hulp nodig hebt. GGZ Centraal is echter de enige 24-uurs instelling in de regio met een crisisdienst. Kleinere organisaties kunnen deze patiënten nu niet in behandeling nemen, omdat zij onder kantoortijden werken. We gaan nu kijken hoe we elkaar kunnen helpen, door als GGZ Centraal de achtervanger te zijn voor deze groep patiënten. Zodat de kleinere organisaties ze wel in behandeling kunnen nemen en wij er zijn als het echt nodig is. We nemen dan patiënten tijdelijk over en kunnen hen dan teruggeven als het weer kan.”
Aan de slag
De gemeente Almere gaat concreet aan de slag met andere gemeenten en ggz-organisaties met pilots op het snijvlak van het sociaal domein (WMO) en de ggz (ZVW/WLZ). Smit: “Doordat we elkaar kennen, kunnen we nu ook gezamenlijk problemen oplossen. Bij de jeugd-ggz, waar de gemeente de financier is, gaan we nu twee concrete oplossingsrichtingen uitwerken. Namelijk door te kijken of er andere professionals zijn die de rol van regiebehandelaar op zich kunnen nemen én door de administratieve lasten te verlagen om zo meer behandelcapaciteit over te houden.” De zorgverzekeraar kondigde daarnaast aan met gemeenten de inkoop van ggz van jeugd en volwassenen te willen afstemmen.
Psychiater Bosman heeft zijn organisatie nu aangesloten op Ksyos, een online platform dat door huisartsen in de regio gebruikt wordt om patiënten te verwijzen en met zorgverleners te communiceren. “Het is een terechte klacht van huisartsen dat ze moeilijk cliënten bij ons kunnen plaatsen. Naar aanleiding daarvan gaan we kijken of we een andere manier kunnen vinden om mensen beter in te plannen zodat er minder wachttijden ontstaan. Het gebruik van Ksyos is een voorbeeld daarvan.”
Huisarts Koch brengt namens zijn huisartsenorganisatie Medrie het zorgaanbod in kaart en onderzoekt of centrale triage mogelijk is. “We willen dubbele wachttijden voorkomen, door één instantie de aanmeldingen te laten beoordelen.” Hij zou zelf ook graag een regionaal coördinator voor de ggz willen, die het overzicht houdt.
Als die gesprekken met betrokken partijen, nu zo positief worden ontvangen, waarom is dit dan niet eerder gebeurd? Koch, na een korte stilte: “Ik heb geen verklaring voor het feit waarom er niet eerder op deze manier is samengewerkt.” Ook Liefferink beaamt dat: “Ik heb er geen goed antwoord op. Iedereen probeerde wachttijden zelf op te lossen.” Hij is blij met de regionale taskforce: “De verbinding die we nu hebben gemaakt, dat is de grootste winst. We zijn ons nu bewust dat we beter met de 1e lijn moeten communiceren als ggz-aanbieders en omgekeerd ook.” Ook Koch en Smit zien de meerwaarde van de regionale taskforce. Smit: “Ik verwacht dat we zo constructief door kunnen gaan. Mijn hoop is om concrete oplossingsrichtingen uit te werken en te implementeren.” Koch is daarover wat minder hoopvol: “Ik verwacht een moeizaam proces, omdat veel organisaties toch in eerste instantie naar het eigen belang kijken.” Maar hij is positief over de gesprekken met elkaar. “De meerwaarde is dat we met elkaar in gesprek zijn. Het is daarbij belangrijk dat we elkaars problemen erkennen. Met deze gezamenlijke bijeenkomsten is een sfeer van enthousiasme ontstaan, waardoor je aan de slag gaat met elkaar en dat is mooi.”
Tips voor andere regio’s
(van Koch (huisarts), Liefferink (GGZ Centraal), Bosman (Dokter Bosman) en Smit (gemeente Almere)):
- Communicatie en samenwerking, dat zijn de twee kernwoorden. Concreet: op diverse niveaus, in korte lijnen, met elkaar praten en informatie uitwisselen. Elkaars problemen erkennen en niet alleen naar het eigen belang kijken.
- Het is belangrijk om een vertegenwoordiging van alle betrokken partijen te hebben: huisartsen, gemeenten, instellingen, maar ook de zorgverzekeraar en een ervaringsdeskundige (of belangenbehartiger voor patiënten). De aanwezigheid van een zorgverzekeraar is van toegevoegde waarde: zij zijn de belangrijkste inkoper en financier van ggz.
- Maak echt de verbinding met elkaar, zodat je elkaar leert kennen en je wederzijdse verwachtingen duidelijk kunt maken.
- Kijk heel goed naar wat het gedeelde belang is: wat ons nu allemaal bindt is die lange wachttijd en de schaarste aan personeel.
- Zorg voor een goede procesondersteuning.
- Kijk niet alleen vanuit zakelijk belang – maar probeer ook boven je eigen belang uit te stijgen.
Meer informatie over de regionale taskforce Flevoland bij Karin Vernooij, projectleider KPMG: Vernooij.karin@kpmg.nl