Mediant, GGZ-aanbieder in Twente, had voor de corona-uitbraak de wachttijden aardig onder controle, ook voor doelgroepen waarvoor vaak lange wachttijden gelden, zoals persoonlijkheidsstoornissen. ‘In ieder geval op of onder de Treeknorm’, zegt Yvette Haaker-Loves, manager Communicatie, vanuit de werkgroep wachttijden binnen Mediant. Door de coronacrisis lopen de wachttijden weer op. Mediant trekt alles uit de kast om ze zo snel mogelijk weer binnen de normen te brengen. Impressie van een succesvolle aanpak.
Weinig aanbieders
Wachttijden bestrijden, is schaken op meerdere borden. ‘Alleen extra behandelaren aantrekken is niet voldoende’, beaamt Yvette Haaker-Loves. ‘Er zijn meerdere oorzaken van oplopende wachttijden en dus moet je ook in meerdere richtingen oplossingen zoeken.’ Een van de belangrijkste oorzaken van de groei van de wachttijden voor bijvoorbeeld de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen ligt in Twente in het feit dat een aantal andere organisaties zijn gestopt met de behandeling van meer complexe GGZ-vragen. Zij focussen op dienstverlening in de basis GGZ (B-GGZ), zodat bij Mediant meer S-GGZ-verwijzingen terecht komen. ‘Zelf kunnen we dus bij oplopende wachttijden niet doorverwijzen naar anderen’, legt Yvette Haaker-Loves uit, ‘simpelweg omdat er maar weinig andere behandelaren zijn in de regio en die hebben ook lange wachttijden.’
Efficiency
Om de wachttijden terug te dringen heeft de Boerhaven, het expertisecentrum voor Persoonlijkheidsstoornissen binnen Mediant, alle processen tegen het licht gehouden, om te bepalen waar er efficiencywinst behaald kan worden. ‘Onder de noemer Boerhaven 2.0 kijken we extra kritisch naar alle werkwijzen en methoden, van intake tot behandeling tot nazorg tot administratie: is het nodig wat we doen, of doen we het zo omdat we altijd zo deden? Kunnen we zaken efficiënter regelen? Om een voorbeeld te geven: we hadden in het verleden te maken met een behoorlijk no show op afspraken. Daar zijn we veel strakker op gaan sturen, door mensen na te bellen en een duidelijker no show-beleid te hanteren. Twee keer niet komen opdagen en je bent je plek kwijt. We zijn meer in groepsvorm gaan werken, met name voor de ambulante cliënten. We hebben met huisartsen afspraken gemaakt over betere verwijzingen, we screenen de mensen die via ons centraal aanmeldpunt en het centrum persoonlijkheidsstoornissen binnenkomen, zodat we zeker weten of ze op de goede plek zijn. Allemaal zaken die helpen de behandelcapaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten.’
Daarnaast zet Mediant ook in op meer digitale behandelingen via Mediant Online, naast hybride vormen van zorg – een combinatie van online en face to face-behandelen – die al bestonden.
Doelen stellen
Een andere belangrijke verandering die de afgelopen jaren is verankerd in de organisatie is het stellen van doelen, om te voorkomen dat behandelingen (veel) te lang doorgaan. ‘We proberen de verwachtingen van onze cliënten beter te sturen’, zegt Yvette Haaker-Loves. ‘Soms denken mensen dat wij alles kunnen oplossen, wat natuurlijk niet zo is. Samen met de cliënt bepalen we een helder doel waar we naartoe werken. Bij complexe aandoeningen, zoals persoonlijkheidsstoornissen, is dat vaak gericht op het verhogen van de ervaren kwaliteit van leven en te leren omgaan met de kwetsbaarheid. Wanneer is het leven voor iemand weer betekenisvol? Als dat bereikt is, wordt de behandeling afgerond, waarmee weer capaciteit voor nieuwe cliënten vrijkomt. Eindeloos door behandelen komt bij ons niet meer voor.’
Gezamenlijke visie
Om tot zo’n aanpak te komen, is het belangrijk om een gezamenlijke visie te hebben. ‘Dat is niet van vandaag op morgen geregeld’, bevestigt Haaker-Loves. ‘We komen uit een tijd waarin de aandoening en behandeling centraal stonden, daar lag de focus op. Mensen zijn zo opgeleid en gewend om te werken. Nu vinden we dat de cliënt en zijn hulpvraag centraal moeten staan, maar niet iedere behandelaar is direct in staat om zo te denken en handelen. Het is een verandering in de visie op de zorg die je wilt leveren. “Genezen” we mensen of helpen we ze om te gaan met hun aandoening? Dat laatste wordt nu steeds meer het uitgangspunt in de hele GGZ. Wachttijden zijn niet de reden om je visie te veranderen, maar zijn wel een goede aanleiding om met elkaar in gesprek te gaan en tot andere uitgangspunten te komen.’
Inzicht in reële wachttijden
In de tijd die mensen op de wachtlijst staan is er nu op meerdere momenten contact met de cliënten. ‘Het kan niet zo zijn dat iemand zich meldt en dan zes weken niks meer hoort. Wij bieden mensen psycho-educatie en andere vormen van overbrugging, zodat ze al wel zelf aan de slag kunnen. Ook is er telefonisch contact met de cliënten op de wachtlijst. Om te horen hoe het gaat, maar ook om te horen of ze nog steeds willen wachten. Soms haken mensen af, omdat ze minder klachten ervaren of een andere vorm van hulp of ondersteuning hebben gevonden. Zo houd je de wachtlijsten ook “schoon” en heb je inzicht in de reële wachttijd voor intake en behandeling.’
Inzicht in reële wachttijden geeft ook urgentie in de organisatie. ‘Niemand die in de GGZ werkt, wil dat mensen te lang moeten wachten op een intake of behandeling’, stelt Yvette Haaker-Loves. ‘Maar het gevaar is dat wachttijd zo’n abstract begrip wordt, met een veelvoud aan oorzaken, dat niemand zich nog verantwoordelijk of betrokken voelt. Daarom hebben wij een dashboard ontwikkeld waarop de wachttijden voor intake en verschillende behandelingen zichtbaar zijn voor onze medewerkers. En als die oplopen, stellen we vragen: wat is er aan de hand? Wat heb je nodig om de wachttijden terug te dringen? Waar kunnen we helpen? Niet alles is in een keer op te lossen, maar het geeft wel aan dat er steun is in de organisatie om problemen aan te pakken. Wij hebben ook te maken met zaken die lastig te beïnvloeden zijn. Bijvoorbeeld als er gelijktijdig twee behandelaren vertrekken naar een andere baan. Dan heb je een probleem dat niet morgen is opgelost. Maar je weet wel wat je moet doen, en liefst zo snel mogelijk.’
Beter voorbereid op het leven
Dat steeds meer mensen in de GGZ terecht komen, heeft meerdere oorzaken. Bijvoorbeeld doordat sneller wordt verwezen naar de GGZ, terwijl sommige cliënten ook prima door de huisarts met ondersteuning van een POH GGZ geholpen kunnen worden. Mediant “levert” in de regio de POH’s GGZ aan huisartsen. Huisartsen kunnen een beroep doen op Mediant voor triage om tot een goede verwijzing te komen. Ook is er een Mobiel Consultatie en Behandel Team van Mediant dat door huisartsen ingeschakeld kan worden voor overleg en behandeling. ‘Daarnaast is er ook een maatschappelijke ontwikkeling die maken dat mensen eerder een beroep op de GGZ doen’, zegt Yvette Haaker-Loves. ‘We zijn in een tijd beland waarin maakbaar geluk hoog op ieders agenda staat. En als de lat voor dat geluk zo hoog ligt, komen mensen in de knel als ze daaraan niet kunnen voldoen. We worden door sociale media opgezweept om een fantastisch, stralend leven te hebben. We zijn verleerd om te gaan met tegenslagen. Steunsystemen zijn verdwenen doordat de maatschappij individualiseert en dus schakelen we professionele hulp in als we ontevreden of ongelukkig zijn. Mooi dat het taboe op hulp zoeken eraf is, maar ik denk dat we ons als maatschappij wel moeten afvragen hoe we jonge mensen beter kunnen voorbereiden op het “echte” leven. Daarin gaan glans en geluk nu eenmaal hand in hand met saaiheid, verveling en soms mislukking. Als je daarmee kunt omgaan, kun je een hoop onvrede en ongeluk voorkomen. Invloed op de wachttijden voor behandeling van mensen met autisme of een persoonlijkheidsstoornissen zal het niet hebben. Maar het kan wel de algehele druk op de GGZ verminderen en mensen krachtiger maken.’