Goed Geland: duurzame ondersteuning van bewoners in de wijk

Welzijnsorganisaties Dock en wmo radar bieden duurzame ondersteuning aan kwetsbare mensen in de wijk, samen met het wijkteam. Bewoners die bekend zijn bij het wijkteam worden gekoppeld aan een buurtcoach om er zo voor te zorgen dat ze een plekje vinden in het wijknetwerk, om terugval te voorkomen. Het resultaat: snellere ondersteuning voor wijkbewoners en minder beroep op zorg. De aanpak Goed Geland is samen met de combinatie voor Mensen met een Beperking (cMB) opgezet en richt zich op bewoners met een beperking. ‘Deze manier van werken kan ook prima ingezet worden voor mensen met een ggz-hulpvraag’, aldus David Forbes, programmaleider bij wmo radar.

Koppel wijkteam en welzijnswerkers

In de wijk Delfshaven in Rotterdam ziet het wijkteams veel kwetsbare wijkbewoners die vaak te kampen hebben met meerdere problemen, variërend van schulden tot eenzaamheid tot burenruzie en overlast-gerelateerde problemen. ‘Vaak zijn deze mensen al bekend bij het wijkteam. En vaak komen ze om de zoveel tijd weer terug, met dezelfde of nieuwe problemen’, vertelt David Forbes Een deel van deze mensen heeft een lichtverstandelijke beperking en vindt het moeilijk om een sociaal netwerk op te bouwen. Om hen daarmee te helpen, hebben we koppels gemaakt van wijkteammedewerkers en welzijnswerkers. De wijkteammedewerkers hebben de welzijnsmedewerkers – vaak buurtcoaches – voorgesteld aan de bewoners die in hun ogen gebaat zijn bij extra ondersteuning. En dat werkte goed. Door een band met hen op te bouwen hebben de welzijnsmedewerkers de bewoners geholpen een plekje te vinden in de wijk. Dat brengt rust en stabiliteit, waardoor minder hulpverlening nodig is.’

Eric de Voghele en David Forbes

Een plek in de wijk

Eric Devoghele is een van de buurtcoaches die, in het kader van Goed Geland, samen is opgetrokken met het wijkteam. ‘Dat is heel vruchtbaar gebleken. Zij hebben mij geïntroduceerd bij een aantal van hun cliënten. Vaak zijn dat mensen zonder duurzame sociale verbindingen. Die reageerden over het algemeen positief, soms verbaasd, maar ook wel nieuwsgierig. Als buurtcoach weet ik wat er leeft en speelt in de wijk. Ik kan bewoners in contact brengen, meenemen naar activiteiten. Zo vinden ze sneller een plekje en zinvolle dagbesteding, wat voor hen vaak positief uitpakt. De onrust en problemen nemen vaak af.’

Leren van elkaar

In het wijkteam zitten verschillende hulpverleners van diverse organisaties, zoals maatschappelijk werkers, jeugdzorgmedewerkers, begeleiders vanuit de gehandicaptenzorg, maar ook ggz-specialisten van Antes/Parnassia, de grote ggz-aanbieder in de stad. ‘In dit geval was ik gekoppeld aan iemand die vanuit de zorg voor mensen met een beperking aan het wijkteam deelneemt. Daar leer ik als buurtcoach ook weer van. Bijvoorbeeld hoe om te gaan met iemand met een LVB. Zorg dat je gestructureerd informatie geeft, niet te veel tegelijk. Ik heb geleerd om beter gedrag te herkennen en begrijpen. Omgekeerd kun je iemand van zo’n wijkteam weer veel vertellen over de wijk, zodat hij of zij begrijpt waardoor probleemgedrag ontstaat of niet opgelost wordt. Omdat ik hier al vier jaar werk, ken ik de sociale infrastructuur van de wijk goed. Ik weet bij wijze van spreken welke mensen goed bij elkaar passen en kan ze met elkaar in contact brengen.’

Op weg helpen in het dagelijks leven

Het wijkteam heeft een wekelijks overleg over nieuwe casussen. Zij melden mensen aan voor Goed Geland en meestal zijn de buurtcoaches ook bij die besprekingen. Erik Devoghele vertelt: ‘dan gaan we er meestal samen op af, op huisbezoek. Welzijnswerkers kunnen mensen helpen met zaken als financiën, zinvolle vrijetijdsbesteding, maar ook bij het vinden van een taalcursus of andere activiteit. Wij gaan nadrukkelijk niet aan de slag met de medische behandelkant; het gaat erom iemand op weg te helpen bij zijn dagelijkse leven hier in de wijk.’

Maatwerk

De afgelopen periode zijn op deze manier in totaal 57 bewoners geholpen. ‘En het werkt’, stelt David Forbes. ‘We hebben gezien dat mensen met een beperking met een hulpvraag zijn gebaat bij deze samenwerking. Door mensen te helpen hun draai te vinden in de wijk kun je ook problemen voorkomen, of voorkomen dat iemand verder afglijdt of terugvalt. In het wijknetwerk is vrijwel altijd plaats voor mensen, ook als ze een beperking hebben. Het is maatwerk en het kost tijd, maar het lukt. Een enkele keer bleek het welzijnsaanbod in de wijk niet toereikend, omdat de problemen van een bewoner te groot zijn. Dan kan een aanvullende maatwerkvoorziening uitkomst bieden. We kijken steeds naar het individu: wat heb jij nodig om mee te kunnen draaien in deze buurt? Door het individu als uitgangspunt te nemen, kom je bijna altijd uit bij een passende oplossing. Of dat kostbaar is? Als mensen een beroep moeten doen op zorg is dat vele malen duurder. We hebben dit kunnen doen zonder inzet van extra mensen. Sociaal werk is niet kostbaar, maar bespaart geld.’

Goed Geland ook voor ggz

David Forbes is ervan overtuigd dat een aanpak als Goed Geland ook voor mensen met een ggz-hulpvraag kan werken. ‘Ik zie daarvoor verschillende mogelijkheden, bijvoorbeeld ter ondersteuning van mensen die op een wachtlijst voor een behandeling staan, om hun situatie te stabiliseren en verergering te voorkomen. Maar ook voor mensen die een ambulante behandeling doorlopen. Zij zien misschien een of twee keer per week een hulpverlener, maar hebben ook structuur nodig. Wij kunnen ze helpen die op te bouwen. Of denk aan mensen die na een opname weer terugkeren in de wijk. Als je hen helpt bij de opbouw van een sociaal netwerk, is het risico op terugval kleiner.’

Doe het samen

Over de vraag wat het geheim van het succes van Goed Geland is, hoeft Forbes niet lang na te denken. ‘De samenwerking tussen wijkteam en welzijn, het samen optrekken en leren van elkaars deskundigheid. Dat is de basis om samen resultaten te boeken. Het mooie van welzijnswerk is dat wij de wijk en de mensen kennen. Iemand helpen om zijn plek daarin te vinden, dat is ons vak, daar zijn we goed in.’

Leer elkaar kennen

Wat is ervoor nodig om met Goed Geland ook mensen met een ggz-hulpvraag te bereiken? ‘De bereidheid om elkaar te leren kennen en gebruik te maken van elkaars deskundigheid’, stelt David Forbes. ‘In de ggz is de meerwaarde van het sociaal werk nog lang niet altijd goed bekend. Iemand met een ggz-hulpvraag is misschien een of twee uur per week cliënt, maar 24 uur per dag is hij of zij een wijkbewoner. In die uren dat ze geen ggz-cliënt zijn, zijn wij er om ze te helpen een eigen leven op te bouwen én onderhouden. Dat is vaak heel praktisch: iemand aanmelden voor een activiteit, maar dan ook meegaan bij de eerste keer omdat dat misschien eng of moeilijk is. Of iemand bij de vijfde keer ophalen, omdat je hoort dat hij vorige week niet is geweest. Wij laten niet los, we staan dicht bij de mensen. Wij zijn geen vervanging van een behandeling, maar wel een hele waardevolle aanvulling die maakt dat een behandeling effect heeft op het dagelijks leven. Ik roep ggz-aanbieders op om te komen praten en kijken, bij ons of bij de sociaal werkers in hun dorp, stad of wijk. Verken wat je samen kunt doen om mensen beter te helpen hun draai in het leven (weer) te vinden. Want uiteindelijk willen zowel ggz als sociaal werk hetzelfde: dat mensen de hulp en steun krijgen die ze nodig hebben om zo zelfstandig mogelijk hun leven te kunnen leven. En als we dat samen doen, gaat dat minstens twee keer zo goed!’

 

Terugkijken: op bezoek bij Goed Geland

Op 28 juni organiseerde Sociaal Werk Nederland samen met sociaal werk organisaties in Rotterdam een digitaal werkbezoek rond de aanpak van wachttijden in de ggz. Daarin kwam ook de werkwijze van Goed Geland aan bod. Kijk hier de opnames van dit werkbezoek terug.

 

 

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email