Voor de regio’s zijn handvatten ontwikkeld voor betere samenwerking en regievoering bij complexe casussen. Dit ‘bouwpakket’ is één van de opbrengsten van het onderzoek dat Arteria Consulting in opdracht van de stuurgroep wachttijden GGZ deed naar de casusaanpak bij complexe casuïstiek. Het bouwpakket is per regio flexibel en op maat te gebruiken: er bestaat namelijk geen blauwdruk voor een casusaanpak.
Een casus is complex als het voldoet aan een aantal kenmerken: de casus vereist samenwerking tussen meerdere partijen, de zorgvraag doet zich voor binnen de ggz én aanpalende sectoren, de complexiteit van de casus zit op inhoud én beschikbaarheid van zorg. Kortom, het vereist maatwerk om tot een oplossing te komen.
Tussen wal en schip raken voorkomen
Mensen met complexe problematiek moeten nu vaak lang wachten op de juiste zorg en dreigen soms tussen wal en schip te raken omdat zorgverleners de verantwoordelijkheid voor een cliënt ‘doorschuiven’ naar een andere aanbieder. Arteria heeft onderzocht hoe dat voorkomen kan worden op basis van een analyse van zes goede voorbeelden. De opgehaalde kennis is in een handreiking uitgewerkt (het bouwpakket). Per fase worden de te maken keuzes en te nemen stappen geduid.
Lisanne Puijk, één van de onderzoekers van Arteria: “We hebben op basis van deze zes goede voorbeelden gekeken naar wat de kern is van samenwerken. Hoe kun je dat in een proces vangen en hoe zit het netwerk in elkaar? Al snel bleek dat hier geen blauwdruk van te maken is, want overal was de samenwerking toch weer net iets anders vormgegeven. Daarom hebben we een bouwpakket gemaakt, zodat regio’s hier zelf flexibel mee aan de slag kunnen.”
De Stuurgroep Wachttijden GGZ is als opdrachtgever tevreden over het onderzoek door Arteria van de casus aanpak complexe casuïstiek. Marloes van Es, senior beleidsadviseur bij GGZ Nederland licht toe waarom: “Dit rapport zegt iets over ‘hoe organiseer ik het overleg in de regio zodat ik snel kan schakelen rond een complexe casus. Over vragen als: wie levert welke zorg, hoe stemmen we af?” In de goede voorbeelden was sprake van heel diverse samenwerkingsvormen zoals: consultatie bij een onafhankelijke partij bij vastgelopen casuïstiek, casuïstiek overleg op aanvraag of een consultatieplatform voor de verwijzer/aanbieder.
Relatie wachttijden bij deze goede voorbeelden
De vraag is of bij deze goede voorbeelden dan ook de wachttijden korter zijn door de goede samenwerking: “We kunnen niet echt zeggen of deze voorbeelden ook direct leiden tot minder lange wachttijden. Met deze methodiek bestrijden we niet het symptoom wachttijden, maar proberen we juist één van de oorzaken van wachttijden rondom complexe casuïstiek aan te pakken. Het kan ook zijn, dat juist door een goede in-, door- en uitstroom er een aanzuigende werking ontstaat van nieuwe cliënten.” Ook Marloes van Es geeft aan dat met dit rapport niet aangetoond kan worden dat we hiermee altijd de wachttijden kunnen verkorten. “Deze voorbeelden voorkomen dat iemand te lang op een verkeerde wachtlijst staat, doordat iemand sneller wordt doorgestuurd. Het is een organisatorisch model om elkaar goed te leren kennen en vinden. En dat is nodig omdat ons land nu verkaveld is: alle samenwerkende partners willen wel maar opereren nu allemaal op hun eigen domein, met hun eigen doelgroepen en financieringsstromen. Door alle stelsels heen moeten we een keten organiseren. Nu zijn de ketens nog verticaal georganiseerd.”
Doorzettingsmacht
Één van de onderwerpen die Arteria ook heeft onderzocht, is de wenselijkheid van doorzettingsmacht in de regio als partijen er samen niet uitkomen. Uit de best practices kwam naar voren dat harde afspraken over doorzettingsmacht averechts kunnen werken, omdat men zaken dan sneller gaat doorverwijzen naar de doorzettingsmacht in plaats van ze zelf op te lossen. Marloes van Es herkent dit : “Een doorzettingsmacht past niet in ons stelsel en is ook een zwaktebod voor als het niet lukt om het in je reguliere overleg met samenwerkingspartners te regelen. Er is geen ‘baas’ in Nederland als het gaat over zorg; er moet altijd overleg en commitment zijn.” Patiëntenorganisatie MIND gaat samen met VWS een vervolgtraject hierop starten, omdat zij een regionale doorzettingsmacht van belang vinden. Nic Vos de Wael, beleidsadviseur bij MIND: “De casusoverleggen zijn van groot belang en ik ben blij dat we nu een bouwpakket hebben waarmee regio’s aan de slag kunnen. Maar niet elke regio werkt met een casusoverleg en de selectie van cliënten die wel en niet in zo’n overleg besproken worden is telkens anders. Wij zien dat nog te veel mensen tussen wal en schip vallen. MIND ziet graag dat zij terecht kunnen bij iemand die een knoop doorhakt in het belang van de cliënt en die daarbij de regels en systemen zo nodig even opzij kan zetten.”
Tips Arteria voor samenwerking in de regio rond complexe casuïstiek:
• De zes goede voorbeelden kunnen dienen ter inspiratie – kijk eens wat andere regio’s doen
• ‘Begin gewoon en stuur na verloop bij’, was het meest gehoorde advies tijdens de interviews rondom de goede voorbeelden. Daarom het advies: spendeer niet teveel tijd aan het uitdenken van wat zou kunnen werken, maar ga van start (bijvoorbeeld in een regionale taskforce), evalueer en schaaf bij.
• Spreek goed het eigenaarschap af: wie gaat de kar trekken?
• Gebruik het tijdpad bouwstenen : daarin staat beschreven wat je moet doen per fase. Timmer niet alles dicht bij aanvang, anders start je nooit met de samenwerking.
Meer informatie over de inhoud van het rapport:
Emile Petiet, emile.petiet@arteriaconsulting.nl of 06 2315 2915.
Lisanne Puijk, lisanne.puijk@arteriaconsulting.nl of 06 2064 0320.
Vorig jaar hebben Significant en 2Unravel het rapport ‘Anders kijken naar wachttijden in de ggz’ uitgebracht (in opdracht van de stuurgroep Actieplan Wachttijden GGZ). Hierin leggen ze de patronen bloot die bijdragen aan lange wachttijden voor mensen met een complexe zorgvraag. Het onderzoek van Arteria is hier een vervolg hierop, met als doel om oplossingsrichtingen en handvatten te bieden voor regio’s.