Samenwerking als sleutel
Het effect van de corona-crisis op de zorg is gigantisch. Waar aan de ene kant de IC-zorg piepte en kraakte onder de toestroom van zieken, krijgen andere zorgdisciplines te maken met een leegloop. Patiënten/cliënten durven zich niet meer te melden, om meerdere reden. De overheid start een campagne om mensen met klachten te bewegen zich weer te melden bij de huisarts. Ook in de GGZ is het aantal cliënten dat zich meldt, fors teruggelopen. Wat is het effect daarvan op de wachttijden, nu en in de toekomst? Irene Piets, directeur van Provico, blikt vooruit: ‘Samenwerking is de sleutel om hier goed mee om te gaan, nu en in de toekomst.’
‘Sinds 16 maart is het stil bij de huisartsen’, stelt Irene Piets. Met 113 aangesloten huisartsen en zo’n zestig aangesloten praktijkondersteuners GGZ heeft Provico, de netwerkorganisatie voor de behandeling van psychische klachten in de huisartsenpraktijk in Noord-Limburg, een goed beeld van wat er gebeurt in de eerstelijnszorg. ‘Mensen melden zich in de eerste weken van de corona-crisis niet of nauwelijks bij de huisarts, ook niet bij psychische problemen. De bestaande cliënten niet, en ook geen mensen met nieuwe klachten.’
Oorzaken
Het verschijnsel van onderbenutting in de zorg door de coronacrisis komt in vrijwel alle sectoren voor. Zo zagen cardiologen het aantal consulten teruglopen met 70%, terwijl het onwaarschijnlijk is dat er minder mensen met hartklachten zijn. Mensen willen de zorg niet belasten, stellen hun zorgvraag uit of zijn bang om zelf besmet te raken. ‘Voor mensen met psychische klachten kan deze situatie ook tot extra belasting leiden’, zegt Irene Piets. ‘Sociaal isolement, angstklachten en depressie liggen op de loer. Bestaande structuren en contacten vallen weg. Ik maak me zorgen over de mensen die hierdoor niet de ondersteuning en hulp krijgen die ze nodig hebben.’
Effect en aanpak
Dat de corona-pandemie effect zal hebben op de wachttijden in de GGZ is duidelijk. Op de hele korte termijn leidt de vraagverlegenheid bij cliënten waarschijnlijk tot een terugloop in de wachttijden. ‘Maar als de situatie weer genormaliseerd is, zal de toestroom extra toenemen’, verwacht Irene Piets. ‘Behandelingen en hulptrajecten worden hervat en er zullen zich waarschijnlijk mensen met nieuwe klachten melden. Denk aan rouwverwerking, angstklachten, eenzaamheid. Allemaal vragen die heftiger worden naarmate deze situatie langer voortduurt.’
De huisartsen en poh-ggz’s in Noord-Limburg hebben inmiddels zelf contact gezocht met de mensen die bij hen in behandeling zijn. Piets: ‘Ze willen een vinger aan de pols houden en waar mogelijk ondersteuning en hulp bieden. Dat kan met behulp van video-bellen en andere vormen van online-contact. De meeste cliënten/patiënten zijn daar blij mee. Op die manier houden we toch zicht op hoe klachten zich ontwikkelen en kunnen we eventueel bijsturen als bepaalde klachten verergeren. Ideaal is het zeker lang niet altijd, de meerwaarde van persoonlijk contact is niet te onderschatten. Maar het biedt wel mogelijkheden om toch een vorm van steun en zorg te bieden.’
Aanpak wachttijden
De samenwerking in de GGZ-zorg in Noord-Limburg is stevig. Het regionale netwerk GGZ bestaat al een aantal jaren. Als vertegenwoordiger van de aangesloten huisartsen geeft Provico een stem aan de wensen en ideeën van de achterban. ‘Bij Provico bundelen we de kennis en kunde van de huisartsen op het gebied van psychologische klachten en brengen die naar het netwerk GGZ’, legt Irene Piets uit. ‘GGZ-instellingen, gemeenten en andere relevante partners overleggen daarin met elkaar om tot een passend regionaal aanbod te komen. Daarover maken we met elkaar concrete afspraken. Zo ook om de wachttijden onder controle te houden. In het netwerk is afgesproken dat we proberen zoveel mogelijk de GGZ-vragen te behandelen dichtbij huis, met toegankelijke zorg en eigen regie van de patiënt. (evt. in de huisartsenpraktijk). Dat lukt goed, zo’n 75% van de cliënten met een hulpvraag blijft bij de huisarts en de poh. Circa 20% wordt doorverwezen naar de basis of specialistische GGZ en zo’n 5% van de mensen krijgt hulp via een aanbod vanuit het sociale domein.’ Dat deze aanpak, waarbij partijen aan de voorkant afspraken maken over de doelstellingen (zoveel mogelijk via de huisarts) werkt, blijkt uit de cijfers: al sinds de wachttijden in de GGZ per regio worden gemonitord, scoort Noord-Limburg als een van de weinigen vrijwel consequent binnen de Treek-normen.
Kennis van zaken
Voor individuele huisartsen en praktijkondersteuners is het niet eenvoudig om goed op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen bij zorgaanbieders in de GGZ. Wie biedt welke behandelingen aan? Waar zijn de wachttijden het kortst? Waar beginnen ze met een nieuwe vorm van behandelen? Dat maakt goed en efficiënt doorverwijzen lastig. Om dat te ondervangen is Provico gestart met een centrale helpdesk waar huisartsen terecht kunnen met dit soort vragen. ‘Een centrale plek, bemand door een poh-ggz die de sociale kaart van de GGZ en het voorliggend veld (sociaal domein) op zijn/haar duimpje kent’, legt Irene Piets uit. ‘Niet een digitaal gegevensbestand, maar een persoon die je kunt bellen om te overleggen. En niet alleen om te overleggen waar iemand het beste aangemeld kan worden, maar ook voor zorginhoudelijk overleg. Waar is iemand het meest bij gebaat? Medicatie en behandeling, of misschien de inzet van een ervaringsdeskundige als maatje, of een combinatie van die interventies. Op die manier hebben huisartsen en POH’s GGZ een extra sparringpartner, om mee te overleggen en een vervolg uit te stippelen. Een belangrijke meerwaarde is dat er zo ook steeds meer een regionale coördinatie komt en dat er goed zicht is op de plaatsen en behandelmogelijkheden in de regio.’ Niet alleen de huisartsen in Noord-Limburg zijn er blij mee en maken gebruik van de helpdesk. Ook de GGZ-aanbieders weten de weg naar de servicedesk te vinden en melden hun initiatieven en beschikbaarheid steeds vaker uit zichzelf.
De kracht van samenwerken
Het klinkt allemaal logisch en eenvoudig, maar lang niet in alle regio’s loopt de samenwerking tussen zorgpartijen in de GGZ-zorg zo soepel en vanzelfsprekend. ‘Het grote voordeel is dat we hier al jaren samenwerken’, denkt Irene Piets. ‘Het duurt nu eenmaal een tijdje voordat je elkaar kent en weet wat je aan elkaar hebt. Een kwestie van kennen en vertrouwen en zien dat samenwerking echt meerwaarde heeft.’ In andere regio’s aparte taskforces zijn opgericht om de wachttijden in de GGZ aan te pakken. In Noord-Limburg is dat als vanzelfsprekend door het Netwerk GGZ-zorg opgepakt. ‘Daar hoeft hier geen apart overleg voor opgericht te worden’, stelt Irene Piets. ‘Wij zijn hier allemaal al lang overtuigd van de kracht van samenwerken. Want dat is echt de enige manier om vat te krijgen op de wachttijden in de GGZ. En dat zal ook straks, als de corona-pandemie onder controle is, niet anders zijn. Zorg dat je elkaar kent en werk samen aan de beste oplossing voor de cliënt/patiënt. En vaak heeft dat alles met wachttijd te maken. Hoe korter iemand hoeft te wachten, hoe groter de kans om iemand effectief te kunnen helpen. Kijk over je organisatiebelang heen; uiteindelijk hebben we allemaal dezelfde maatschappelijke opdracht.’
Meer informatie over Provici vind je u op de website van Provico.