Samen zorgen voor goede zorg en ondersteuning bij GGZ-problematiek. Plus elkaar consulteren bij casussen waarbij de oplossingsrichting niet direct helder is. Dat is de essentie van de overlegtafel die in de regio Eemland (Amersfoort en omstreken) draait. Wekelijks overleggen GGZ-aanbieders, huisartsen, POH GGZ, vertegenwoordigers van het sociaal domein en vanuit de verslavingszorg met elkaar over wie waar het beste geholpen kan worden. Het resultaat: een stevige samenwerking waarbij de cliënt centraal staat. Samenwerking in de keten heeft hier een stevige basis gekregen; inmiddels worden ook cliënten die (te) lang moeten wachten op een GGZ-behandeling doorverwezen naar de organisatie met de kortste wachttijden.
Wie wordt waar het beste geholpen?
Tweehonderdvijftig casussen bespreken op jaarbasis, dat is het doel dat de deelnemers aan het overleg met elkaar gesteld hebben. ‘Dat zijn er vijf per week, in een half uur, aan de hand van een vooraf ingevuld format’, zegt Linda Honig, teamleider Stemming- en Angststoornissen bij GGz Centraal. ‘Dat is te doen, hebben we inmiddels gemerkt.’ Elke week bespreken de deelnemers met elkaar casussen die van tevoren zijn ingediend. Door de deelnemers zelf, of aangedragen door verwijzers in de regio. Honig: ‘We bespreken met elkaar de aard van de vraag en waar deze persoon het beste af zou zijn. Soms gaat dat om een casus waarmee een behandelaar vast is gelopen. Maar soms ook om iemand die al langer bij de huisarts loopt, maar met wie de arts of de POH GGZ niet verder komt. We maken gebruik van elkaars deskundigheid om tot een goed advies en zo nodig verwijzing te komen.’
Stagnatie
Aanleiding voor het inrichten van de overlegtafel was het feit dat de door- en uitstroom in de GGZ stagneerden. ‘Dat is niet alleen niet goed voor de betreffende cliënten, maar ook ontstaat er zo geen ruimte voor nieuwe instroom’, stelt Liesbeth Smit, klinisch psycholoog bij GGz Centraal en voorzitter van de overlegtafel. ‘Bij de aanpak van de wachttijden kwam dit ook weer naar voren als een van de grootste knelpunten in deze regio. Samen met Martijn Mahler (versneller vanuit het Actieplan Wachttijden GGZ) hebben we besloten dit als speerpunt te nemen en de samenwerking in de regio te versterken.’
Die samenwerking aan de overlegtafel is breed. Er zijn vertegenwoordigers van zowel de specialistische GGZ als de basis GGZ, huisartsen, POH-GGZ, het sociaal domein als vanuit de verslavingszorg. ‘Samenwerking lijkt logisch, maar blijkt in de praktijk toch niet zo gemakkelijk’, zegt Martijn Mahler hierover. ‘Terwijl je elkaar echt nodig hebt om die door- en uitstroom op gang te brengen en houden. In de praktijk zie je dat er bij sommige cliënten maar weinig vooruitgang geboekt kan worden. Dan moet je je afvragen of hij/zij wel op de juiste plek wordt behandeld. Ook bij uitstroom loopt het vaak moeilijk. Verschillende reden spelen hierbij een rol. Denk hierbij aan geen uitstroomperspectief of het moeilijk loslaten door patiënt of behandelaar. Als je dan weet dat er een warme overdracht is naar de basis GGZ, de huisarts, POH-GGZ of het sociaal domein, dan gaat dat makkelijker. Voorop staat de goede zorg en ondersteuning voor de cliënt. Als je dat goed weet te regelen, dan kun je ruimte creëren voor nieuwe instroom.
Om de instroom te optimaliseren hebben verschillende partijen tijdens de eerste cornonagolf goed naar de wachtlijsten gekeken en alle patiënten die op de wachtlijsten stonden nagebeld om te zien of de aanmelding nog actueel was. Daarmee hebben wij allemaal onze wachttijden binnen de Treeknorm kunnen krijgen.’
De deur staat open
Voor huisartsen en POH-GGZ in Eemland is de overlegtafel een uitkomst. ‘Als je verwijst, kom je te vaak aan een gesloten deur’, vertelt Astrid Hertogh, huisarts en kaderarts GGZ. ‘En je weet niet wie er achter die deur zit. Het wekt veel frustratie als je een patiënt “verkeerd”verwijst en die vervolgens na zes maanden wachttijd bij een andere instelling opnieuw op een maandenlange wachtlijst terecht komt. Door de overlegtafel heeft de GGZ voor mij een gezicht en aanspreekpunt gekregen. Ik begrijp beter waar de knelpunten zitten en kan terecht als ik echt dreig vast te lopen met een casus. Omgekeerd leidt het ook tot meer begrip; je bent als huisarts eerder geneigd om wat langer de zorg voor de patiënt te dragen als je weet dat de GGZ zijn best doet om een goede plek te vinden. Elkaar kennen en meer kennis van elkaars processen en knelpunten leidt tot meer begrip en een betere relatie. En daar heeft de patiënt uiteindelijk ook meer baat bij.’
Gebruik kracht wijkteams
De wijkteams in Amersfoort zijn aan tafel vertegenwoordigd door Marijke Versteeg leidinggevende van een van de wijkteams en van het regionale team Centrale Toegang Beschermd Wonen. ‘Wijkteams kunnen veel betekenen in de ambulante hulp voor mensen’, stelt zij. ‘Ik merk dat het in de GGZ nog lang niet altijd bekend is wat onze rol kan zijn. Om een voorbeeld te geven: iemand die met hulp van de GGZ herstelt van een depressie heeft veel belang bij een goede invulling van zijn dag. Wij zijn er om de kwaliteit van het dagelijks leven te verbeteren. Door te helpen bij activiteiten, het vinden van dagbesteding, of een andere invulling. Aan deze overlegtafel brengen we die zaken bij elkaar en kan ik het werk van de wijkteams beter voor het voetlicht brengen. Ik hoop van harte dat overal in het land sociaal domein en GGZ veel meer naar elkaar toegroeien en gebruik maken van elkaars kennis en kunde. Wij hebben geen wachtlijst; met iedereen wordt binnen vijf dagen contact opgenomen. Ambulante hulp en ondersteuning kan helpen de effectiviteit en de door- en uitstroom in de GGZ te verhogen.’
Altijd plaats
Een van de succesfactoren van de overlegtafel is het principe dat de casussen die op tafel komen altijd worden “afgewerkt”. ‘We verwijzen bijna nooit terug’, zegt Annemiek Verweij van Indigo. ‘We zoeken met elkaar naar een oplossing. In de basis GGZ is in veel gevallen wel plaats en met wat consultatie naar de specialistische GGZ kunnen we ook wat meer complexere casussen oppakken. Dat is nog een voordeel van de overlegtafel: je “durft” meer, omdat je weet dat je altijd kunt terugvallen op de partners aan tafel. Ik heb hier een directe ingang als een casus extra inspanningen behoeft. Geen wachttijden, geen vijftien telefoontjes om iemand te pakken te krijgen. Ik kan mijn collega’s hier aan tafel direct bereiken en weet dat er dan ook actie wordt ondernomen. Dat scheelt enorm.
Een vergelijkbare werkwijze is in ontwikkeling als het gaat om uitstroom in de specialistische GGZ. We werken in een andere werkgroep aan een overeenkomst om uitstroom voor specifieke doelgroepen te bevorderen. ‘
Concurrentie en vertrouwen
Vaak zijn er in een regio meerdere GGZ-aanbieders actief. En die zijn dus ook elkaars “concurrenten”. Dat maakt samenwerking soms lastig. Linda Honig: ‘We zijn allemaal gericht om mensen met een hulpvraag goed en snel te helpen. We zijn verplicht om te communiceren over wachttijden, maar hebben geen inzicht in elkaars wachtlijsten. Dan moet je voorbij die concurrentiepositie durven kijken’.
De overlegtafel is daarvoor een goed instrument gebleken. Je leert elkaar kennen, vertrouwen groeit en je hebt een aanspreekpunt. Dat is een goede basis om ook tot de overdracht van cliënten te komen. We hebben sinds de oprichting van de overlegtafel in vier maanden tijd ongeveer vijftig cliënten op de juiste plek weten gekregen. Liesbeth Smit: ‘Ik durf gerust te stellen dat dit zonder de overlegtafel niet was gebeurd. Er is een basis voor goede samenwerking gelegd.’
Deelnemers aan de overlegtafel Eemland
- GGz centraal
- Huisartsen Eemland
- POH GGZ Eemland
- Indigo Midden Nederland
- Molemann
- NPI
- I-Psy
- Sinaï
- Stichting Wijkteams Amersfoort
Meer informatie over de overlegtafel via Martijn Mahler, versneller aanpak wachttijden GGZ, via: martijnmahler@bee-improve.nl
Transfertafels in de maak
Eind maart moet in iedere regio een transfermechanisme ingericht zijn waarmee mensen die langer dan de Treeknormen wachten op een GGZ-behandeling zorg krijgen aangeboden in de regio. In veel gevallen zal dat een overlegtafel zijn waaraan alle betrokken partijen met elkaar overleggen waar de cliënt het best geholpen kan worden gezien de beschikbare capaciteit.