Wachttijden derde kwartaal 2019 bekend

De kwartaalrapportages van Vektis over de wachttijden in de GGZ in het derde kwartaal 2019 zijn beschikbaar. Daaruit blijkt dat de wachttijden in de basis GGZ vrijwel overal binnen de gestelde normen vallen. Maar voor een aantal specifiek cliëntengroepen en behandelingen in de specialistische GGZ lopen de wachttijden juist op. Marloes van Es, beleidsadviseur bij GGZ Nederland en lid van de landelijke Stuurgroep Wachttijden GGZ over de trends.

Hoewel seizoensinvloeden niet helemaal zijn uit te sluiten, kan op basis van de rapportages van afgelopen kwartalen wel voorzichtig geconcludeerd worden dat het nog niet lukt om de wachttijden voor met name de specialistische GGZ terug te dringen. ‘Dat is ontzettend jammer’, stelt Marloes van Es. ‘Want wachten op een behandeling is voor mensen heel erg vervelend. Het terugdringen van wachttijden heeft voor iedereen prioriteit, maar de praktijk is weerbarstig. Dé oplossing voor het probleem bestaat niet.’

Verhoogde instroom

Het totaal aantal patiënten dat GGZ-zorg ontvangt is tussen 2012 en 2016 elk jaar gestegen, zo becijferde KMPG en Vektis in juni 2018 in opdracht van het ministerie van VWS (Monitor Generalistische Basis GZZ). De stijging bedroeg in 2016 zo’n 4%. Schattingen van de verhoogde instroom voor 2018 en 2019 liggen ook rond de 4%. De verhoogde instroom is bijna net zo veel als het aantal mensen dat al op de wachtlijst staat. ‘Het betekent dat er jaarlijks zo’n 30.000 mensen met een hulpvraag bijkomen en dat we zonder deze verhoogde instroom de wachtende mensen voor veel aandoeningen binnen de norm in behandeling hadden kunnen nemen’, stelt Marloes van Es. ‘We zien dat de wachttijden met name oplopen in de specialistische GGZ. Dat zijn meestal intensieve, langdurige trajecten, waarmee veel inzet van personele uren is gemoeid. Tegelijk zien we ook dat de toestroom bij de huisartsen van mensen met een GGZ-vraag toeneemt.’

Hoe deze toestroom is te verklaren blijft vooralsnog onduidelijk. Er kan een veelvoud aan factoren aan ten grondslag liggen, zoals een verhoogde maatschappelijke druk, meer openheid rondom GGZ-gerelateerde klachten en laagdrempeliger voorzieningen. De uitdaging is om samen met regionale verwijzers en partners de instroom van hulpvragende cliënten in de regio onder de regionale invloedssfeer te krijgen. Het is juist toe te juichen dat meer mensen zich met psychische klachten melden bij de huisarts. Het is de kunst om ze dan de juiste zorg op de juiste plaats te bieden.

Oplossingen

Met de krappe arbeidsmarkt in de zorg is het niet eenvoudig om zomaar de behandelcapaciteit bij GGZ-aanbieders te vergroten / uit te breiden. ‘Oplossingen om wachttijden terug te dringen, zullen vooral moeten komen uit zaken als minder administratie, slimmer organiseren van processen en optimaal benutten van behandelcapaciteit in de regio’, zegt Marloes van Es. ‘Denk aan taakherschikking, betere samenwerking in de regio en met de verwijzende huisartsen en gepast gebruik. Dus ook niet doorbehandelen als het niet nuttig is. Maar ook door het aanbieden van andere behandelvormen en een betere samenwerking met andere vormen van zorg en ondersteuning is winst te behalen. De regionale taskforces zijn opgericht om dat in de praktijk vorm te geven.’

Tegelijkertijd is het een illusie om te denken dat daarmee in een klap alle problemen zijn opgelost. ‘Het is een zeer ingewikkeld probleem’, beaamt Van Es. ‘Het vraagt om een aanpak op vele terreinen, waarbij zich steeds weer nieuwe vraagstukken voordoen. Zo kan een betere doorstroming van cliënten bijvoorbeeld ook weer leiden tot een grotere toestroom, waardoor de wachttijden niet substantieel afnemen. We zien dat ook terug in de rapportages, waaruit blijkt dat de knelpunten in een regio per kwartaal behoorlijk kunnen verschillen. Zorgaanbieders in de regio werken er echt ontzettend hard aan en zijn zeer gemotiveerd om het probleem aan te pakken en binnen de grenzen van hun kunnen de wachttijden terug te dringen. Want iedere cliënt die lang moet wachten is er een te veel.’

Verschillen

De rapportages over het derde kwartaal van 2019 laten zien dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen regio’s. Die zijn niet altijd direct te verklaren uit de manier van werken van de betrokken partijen in de betreffende regio. De demografische samenstelling van een regio speelt een belangrijke rol, net als de verschillen tussen platteland en stedelijk gebied. Met name in de grote steden doet zich een stapeling aan problemen op meerdere leefgebieden voor bij cliënten, die een om integrale ondersteuning op meerdere terreinen vraagt, op lokaal niveau. Samenwerking in het sociale domein is ook een sleutel voor het beter en sneller helpen van deze cliënten en kan meer ruimte creëren in de tweedelijns GGZ.  De ondertekening van het hoofdlijnenakkoord ggz door de gemeenten is van essentieel belang om bijvoorbeeld hard te gaan werken aan het beschikbaar komen van betaalbare woningen. Ook het invullen van de bekostiging van de consultatiefunctie, zodat ook wijkteams eenvoudig een specialistische behandelaar even kunnen laten meekijken met een vraag in plaats van de patiënt op de wachtlijst zetten, kan behulpzaam zijn bij het verminderen van de wachttijden.

Uitwisselen en stimuleren

‘Als stuurgroep blijven we er alles aan doen om samenwerking in de regio te stimuleren’, zegt Marloes van Es. ‘Door kennis delen te faciliteren, goede voorbeelden te verspreiden en door de samenwerking in een aantal regio’s een extra impuls te geven met een versnellingsprogramma. Want de sleutel tot het terugdringen van de wachttijden ligt in de regio, daar zijn we van overtuigd.’

Bekijk hier de rapportages van Vektis over het derde kwartaal:

Kwartaalrapportage wachttijden GGZ Q3 2019

Regiorapportage wachttijden GGZ per instelling Q3 2019

Facebook
Twitter
LinkedIn
Email